Wakker worden vind ik doorgaans niet moeilijk. Tenminste, zolang de dagelijkse routine niet wordt verstoord. En, hoe eenvoudig dat ook lijkt, soms lukt het gewoon niet. Al doe je nog zo je best.
Nog maar half wakker, roerde ik een flinke hand blauwe bessen door mijn kwark. Terwijl het koffiezetapparaat zachtjes pruttelde, liep ik met mijn kommetje in de hand naar de woonkamer om rustig te gaan ontbijten. Gewoon, zoals altijd. Onderweg naar de eettafel, werd ik afgeleid. Door het raam zag ik een vreemd tafereel —of lag het aan mijn nog slaperige ogen? Het was donker, maar de lange, witte nachtjapon van de buurvrouw viel —licht wapperend in de kille ochtendbries— direct op. Ze balanceerde op de schutting in onze achtertuin, zoals een koorddanseres hoog boven de grond. Ik bleef staan, droomde ik nog? Langzaam nam ik een hap van mijn ontbijt. De buurvrouw glimlachte en zwaaide met een vreemde vanzelfsprekendheid naar me. Ongemakkelijk lachte ik terug terwijl de zoetzure smaak van kwark met blauwe bessen mijn mond vulde.
‘Buurvrouw?’, begroet ik haar verbaasd nadat ik na enige aarzeling de tuin ben ingeslopen.
‘Dag buurman’, antwoordt ze rustig, alsof er niets vreemds aan de hand is. ‘Wat bent u al vroeg op. Is er iets aan de hand?’
‘Nou, ik vraag me eigenlijk af wat u aan het doen bent. Dit lijkt me niet bepaald veilig.’
Ze zucht, en kijkt me hoofdschuddend aan. ‘U gaat me toch niet vertellen dat u hier nu ook al problemen mee heeft hè? We leven in een vrij land hoor buurman.’
‘Dat klopt, buurvrouw. Daar heeft u gelijk in, maar dadelijk valt u nog naar beneden. Kijkt u toch uit voordat u zich bezeerd!’
Haar gezicht betrekt. ‘Nu waarschuw ik u voor de laatste keer! Bemoeit u zich toch eens niet overal mee, buurman. Ik ben het nu echt zat hoor!’, briest ze.
Verbaasd door haar verwijt, besluit ik toch nog een poging te wagen. ‘Maar buurvrouw, komt u toch naar beneden. Dat praat wat makkelijker. En eerlijk gezegd heb ik geen idee waar u het over heeft.’
Net op het moment dat ze bijna haar evenwicht lijkt te verliezen, springt ze soepel op het aangrenzende golfplaten dak van de schuur. Ze kijkt me vinnig aan. ‘Nou, denkt u daar maar eens goed over na, buurman!’ En zonder verdere uitleg verdwijnt ze via het schuurdak de duisternis in.
Ietwat beduusd blijf ik achter in het vroege donker. Mijn hart klopt in mijn keel terwijl ik probeer te begrijpen wat ik zojuist heb gezien. Alles voelt stil, op het zachte geritsel van de bladeren na. Dan hoor ik achter me het piepen van een raam dat opengedaan wordt. Het geluid verstoort zowel de stilte als mijn gedachten. Alsof ik zojuist op heterdaad betrapt ben, draai ik me langzaam om.
‘Schat, ben jij dat? Met wie praat je? Wat doe je in de tuin?’, vraagt mijn vrouw, slaperig en half uit het slaapkamerraam hangend. ‘Het is midden in de nacht!’
In mijn hoofd herhaal ik haar vragen. Mijn blik dwaalt terug naar de schutting. Zonder antwoord te geven besluit ik dat mijn ontbijt nog maar even moet wachten.
J. Meirik
Geplaatst op WebTales op 31 januari 2025 11:20